Hof De Pleyne (restaurant Hertog Jan) – Loppem (Zedelgem)

Restauratie

De restauratie en herbestemming van een uit 1834 daterende landbouwschuur, die deel uitmaakt van het als monument beschermde Hof De Pleyne, een voormalige hoeve van 17de eeuwse origine, is het resultaat van een ambitieuze en tegelijkertijd harmoniërende ontmoeting van topgastronomie, erfgoed en landschap. De subtiele dialoog tussen hedendaagse architectuur, een gerestaureerd monument en een experimentele groenten-, fruit-, kruiden- en bloemenkwekerij componeren in Zedelgem het verhaal van Hertog Jan.

Het functionele organigram

Het publieksgerichte onthaal concentreert zich ter hoogte van het vroegere open ‘wagenhuis’. Deze open ruimte van voor- naar achtergevel van de schuur werd ter hoogte van de voorgevel voorzien van een sobere glaspartij met toegangsdeur en een zeer sobere luifel die gevat wordt door de breedte van de ontvangstruimte en letterlijk uit dit volume schuift. Deze luifel, die de ontvangst accentueert, wordt naar achteren doorgetrokken tot in de uitbreiding en de overkragende dakranden. De plafondhoogte van de luifel kondigt deze van de uitbreiding aan, waarmee ze overeenkomt.
In de historische schuur wordt het centrale gedeelte open gelaten tot in de nok van het dak. In deze zone van de wordt het kloppend hart van het restaurant voorzien : de keuken. Links ervan worden de ruimtes voorzien waar de grondstoffen na ontvangst gereinigd, voorbereid en gekoeld worden vooraleer ze in de keuken verwerkt worden.
Aan weerszijden van de centrale ruimte wordt tegen de topgevels van de schuur telkens een zolderruimte voorzien die ten dienste staat van administratie en personeel. Er werd gestreefd naar een maximale zichtbaarheid van de monumentale houten kapconstructie.
De uitbreiding huisvest in de eerste plaats het restaurantgedeelte, maar wordt aangevuld met een office, afwasruimte en aan de andere zijde het publieksgerichte sanitair.

De aaneenschakeling van de functionele ruimtes is gegroeid vanuit een basisorganigram dat als ideaalbeeld door de opdrachtgever werd vooropgesteld. Dit functionele organigram werd in ontmoeting gebracht met het architecturale concept waarna ze samen evolueerden tot het huidige concept.
De nieuwe massieve wand in het inkomgedeelte, die een van de assen van de ganzenpoot van de uitbreiding aankondigt, biedt toegang aan het publieksgerichte sanitair, een shopgedeelte en vestiaire.
De voormalige aardappelkelder werd herdoopt tot wijnkelder.

Materiaalgebruik & sfeer uitbreiding

Voor de uitbreiding werd gebruik gemaakt van hoofdzakelijk sobere materialen, waarbij het steeds de bedoeling is geweest een eenvoudige, tijdloze sfeer te creëren.
Er werd bij voorkeur gebruik gemaakt van donkere materialen, zowel voor de massieve muren van de ganzenpootstructuur (die hierdoor hun begeleidende functie voor het oorspronkelijke gebouw en voor de kwekerij op krachtdadige wijze kunnen vervullen) als voor het schrijnwerk en de dakluifels.
Een sobere, donkere kleurstelling versterkt de ondergeschikte functie van de uitbreiding ten opzichte van de bestaande historische context en gaat niet in concurrentie met het rijkere maar nog steeds sobere coloriet van het bestaande historische materialenpallet.

Architectuur versus landschap

Naast de dialoog die de uitbreiding aangaat met de monumentale kern van het bestaande gebouw, ontstaat een waardevolle interactie tussen de uitbreiding en het achterliggende landschap.
Dit landschap wordt ingericht als een kwekerij van groenten, fruit, kruiden en bloemen die ten dienste staan van het culinair gebeuren dat zich afspeelt in de schuur en geconsumeerd wordt in de uitbreiding.
Er is voor de gebruiker een mogelijkheid tot actief bezoek van deze kwekerij, waardoor de beleving van het tuinbouwtechnisch productieproces maximaal wordt en bovendien op heel korte plaats- en tijdsafstand de relatie met het eindproduct kan gelegd worden.
De kwekerij stelt zich tot doel om op een zo authentiek mogelijke wijze te telen en wenst hierdoor de band met de natuur zo nauw mogelijk te houden.
De structuur van het landschap vertoonde relatief weinig historische sporen. De perceelsstructuur, een van de weinig aanwezige lineaire elementen in het achterliggende terrein, definieerde samen met de achtergevel van de schuur de hoofdstructuur van de ‘ganzenpoot’. Deze ganzenpootstructuur, die in essentie de vorm van de uitbreiding bepaald heeft, werd consequent doorgetrokken in de landschapsarchitectuur en de padenstructuur van de kwekerij.
Samen met een subtiel reliëf dat verhoogt naarmate men zich van het gebouw verwijdert, wordt de beleving van het tuinbouwgedeelte vanuit het gebouw bijzonder interessant en vice versa.
Rondom de kwekerij wordt een hagenstructuur aangeplant die samengesteld is uit een streekeigen assortiment en het microklimaat van de kwekerij versterkt.
Daar waar het landschap niet verstoord wordt door omgevende bebouwing, werd deze hagenstructuur bewust laag gehouden, zodat een vista naar het achterliggende landschap gecreëerd werd, die vanuit het gebouw zichtbaar blijft.

Om de integratie van het gebouw met het landschap te maximaliseren, wordt de volledige uitbreiding van het gebouw voorzien van een groendak. De versterking van de integratie in het omringende groen, de positieve gevolgen voor de hemelwaterhuishouding en de maximalisering van het beplante oppervlak op het terrein zijn slechts enkele troeven van deze keuze.

De verharding wordt hoofdzakelijk beperkt tot waterdoorlatende materialen. Langs beide zijkanten van het gebouw werd voorzien in parkeergelegenheid : enerzijds voor publiek en anderzijds voor het personeel en de leveringen van goederen.
De op het terrein aanwezige hagen en hoogstammige bomen werden behouden of verplant en aangevuld met nieuwe aanplantingen met streekeigen variëteiten.
Een nieuwe hagenstructuur bestaande uit meidoorn zet onder de vorm van een coulissenspel de dominante lijnstructuur van de architectuur van de uitbreiding verder en scheidt de publieksgerichte parking van het achterliggende terrein.
Aanleunend tegen de publieksgerichte parking, doorheen de hagenstructuur en over de open zone rechts van de uitbreiding heen wordt een hoogstam fruitboomgaard uitgerold die samengesteld wordt uit variëteiten die worden gekenmerkt door een historisch streekgebonden gebruik.
Het subtiele spel van hagen en boomgaard behoudt evenwel de leesbaarheid van het erf van de voormalige boerderij. Zowel de openheid als de geslotenheid op het erf wordt hierdoor consequent gerespecteerd.

Ontsluiting & uitstraling

De constructieve dialogen met de diensten Onroerend Erfgoed Vlaanderen, met de diverse administratieve instanties, waaronder in de eerste plaats de gemeente Zedelgem, de onstilbare dynamiek en enthousiasme van de opdrachtgevers en hun raadgevers en tenslotte het hoogprofessioneel karakter van de uitvoerende team aannemers hebben dit ambitieus erfgoedproject boven de doopvont helpen houden.
Door haar herbestemming als gastronomisch restaurant op topniveau wordt het uitermate boeiende erfgoedverhaal van het Hof De Pleyne tot ver over de landsgrenzen heen in al haar soberheid maar daarom niet minder monumentaal wereldkundig gemaakt.