De Grote Stelle (stalling) – Knokke

Restauratie

Restauratie, herbestemming tot woning en uitbreiding van een voormalige stalling daterend uit de eerste helft van de 19de – begin 20ste eeuw, deel uitmakend van een voormalig hoevecomplex genaamd “De Grote Stelle” (beschermd monument volgens MB 15-10-2003).

De geschiedenis van de hoevesite genaamd “De Grote Stelle” is nauw verweven met de inpolderinggeschiedenis van Knokke en gaat wat betreft de site terug tot de middeleeuwen.
De stalling is gelegen in het verlengde van de hoevewoning op de Paulusdijk (daterend uit de 17de eeuw) en is gevat tussen de huidige Hazegrasstraat en de Paulusvaart, een oude vaarweg tussen het Sint-Paulusfort en het Sint-Isabellafort. Op de dijk werd in de tweede helft van de 17de eeuw een schapenstal of stelle gebouwd, vlakbij de nog in gebruik zijnde terp met drinkput. Vanuit deze hoeve konden de schapen op de schorren buiten de Sint-Paulusdijk grazen. In de 18de eeuw blijft deze hoeve bestaan. Ze wordt weergegeven op een schets van het Hazegras van 1737, als “De Stelle”, en op de kaart van Ferraris (1770-1778) als “Schaepenstelle”.
In 1784-1785 worden de resterende Hazegrasschorren buiten de Sint-Paulusdijk ingedijkt door dijkgraaf François-Philippe Lippens, waardoor de “Nieuwe Hazegraspolder” ontstaat. De nieuwe polder is ingedeeld in acht grote kavels, met tussen de vierde en vijfde kavel de “Midden Straete”, die zich net langs de nog steeds in gebruik zijnde “Waeter Put” kronkelt. De oude Sint-Paulusdijk is genivelleerd tot steenweg (de Hazegrasstraat), waarlangs zich de uitbatingen van de familie Piers de Raveschoot en de familie Lippens bevinden. De hoeve van de familie Lippens omvat de boerderijgebouwen van de derde (huidige nrs. 75/122, z.g. “Hazegrashoeve”) en de vierde kavel (huidig nr. 120, z.g. “Grote Stelle”).
De hoeve Lippens wordt tot 1835 door de eigenaar zelf uitgebaat, Philippe Lippens. In dat jaar wordt de hoeve in twee gesplitst, en overgenomen door twee pachters, Ph. Monbaliu en J. Quataert. De primitieve kadasterkaart (1829) toont dat de Grote Stelle in de 19de eeuw de eind 18de-eeuwse samenstelling heeft behouden, met aanvulling van enkele kleinere volumes ten zuiden van de reeds bestaande. Het gaat hierbij om een schuur (N), een boerenhuis (ZO), twee (schapen)stalgebouwen (ZW) en ten zuiden van het boerenhuis een bakhuis en een ander bijgebouw.

Ca. 1885-1890 wordt de volledige hoeve (beide delen) opnieuw door de toenmalige eigenaar uitgebaat, Philippe-Auguste Lippens. De Grote Stelle ondergaat in die jaren een belangrijke verandering: de grote schuur wordt door brand verwoest en vervangen door een schuur die haaks op de straat wordt ingeplant.

In 1904 wordt de uitbating van de grote boerderij opnieuw opgesplitst, dit keer in drie hoeves. De Grote Stelle wordt tot 1920 verpacht aan Casimir Dombrecht, die er een hengstenfokkerij in onderbrengt. In 1911 worden grote verbouwingen gedaan: beide (schapen)stalgedeeltes worden aaneengebouwd tot een grote hengstenstal (de constructie waar dit deelproject betrekking op heeft), ten zuiden van het boerenhuis worden het bakhuis en het andere bijgebouwtje verbonden door een zomerkeuken/washuis. De Middenstraat wordt rechtgetrokken en de waterput gesupprimeerd.
In 1920 wordt de hofstede overgenomen door Cyriel Vandevelde, in 1935 door Jozef Adriaenssen die in 1941 twee stallen laat optrekken op het erf ten noorden van de Hazegrasstraat. Zijn zoon Gerard Adriaenssen neemt de uitbating over in 1952.
Het volledige voormalige hoevecomplex van de familie Lippens, bestaande uit de drie hoeves waaronder de Grote Stelle, wordt omwille van zijn historische waarde bij K.B. van 06.10.1980 beschermd als dorpsgezicht, samen met de kasseiweg die tussen de gebouwen loopt.

In 2012 wordt De Grote Stelle verkocht en gesplitst in 4 delen: de hoevewoning, de stalling, de hangar en aan de andere zijde van de weg de schuur met bijgebouwen.

Via de herbestemming van de stalling tot een hedendaags comfortabel woonvolume wordt met respect voor de historische waarde van de constructie een instandhouding van het betreffende monument gegarandeerd. De bestaande constructie vormt met haar kenmerkende langgevel-typologie de basis voor een aanvullende hedendaagse omarmende ingreep die er een sobere dialoog mee aangaat waardoor een nieuw en vooral boeiend pretentieloos verhaal ontstaat, weliswaar met respect voor de typologie, de historische waarde en de eenheid van de oorspronkelijke gebouwencompositie waar dit gebouw ooit functioneel deel heeft van uitgemaakt.