Blauw Kasteel – Moerbrugge

Restauratie | Landschapsinrichting

De restauratie van het laat-middeleeuwse landgoed Blauw Kasteel in Moerbrugge getuigt van een globale aanpak, waarbij uitgebreide vooronderzoeken de basis vormden voor het ontwerp van de restauratie van het woonhuis, de schuur met stallingen en de onmiddellijke landschappelijke omgeving.
Het restauratieproject van het landgoed Blauw Kasteel weerspiegelt dan ook de zeldzame, intensieve en geslaagde samenwerking tussen privé-eigenaar, architect, bouwhistoricus en een multidisciplinair onderzoeksteam.

 

 

Geschiedenis en vooronderzoek

Het landgoed Blauw Kasteel is een site met walgracht en heeft een opper- en neerhof. Het woonhuis presenteert zich op een motte die omwald werd met een indrukwekkende slotgracht. De woning is samengesteld uit een woontoren met externe traptoren, beiden daterend uit de eerste helft van de 16de eeuw. In een latere fase werd de woontoren uitgebreid met een annex en enkele kleinere constructies. Qua materiaalgebruik en architectuurtypologie komen de woon- en traptoren overeen met de stedelijke Brugse architectuur uit de 16de eeuw.
Het neerhof wordt gedomineerd door een grote schuur met stallingen uit 1821.

Nood aan herwaardering

De gebouwen hebben in de loop der eeuwen sterk geleden onder menig oorlogsgeweld, verwaarlozing en onaangepast gebruik. De uitgevoerde restauratie betekent dan ook de redding en een herwaardering van dit vergeten landgoed, waarbij de herbestemming teruggrijpt naar de oorspronkelijke residentiële functie.

Bouwhistorisch onderzoek

In 2000 startte het uitgebreide vooronderzoek, opgesplitst in een grondige analyse in situ, een omvangrijke archivalische studie uitgevoerd door Karel Dendooven en een reeks archeologische opgravingen. Na enkele tijdelijke instandhoudingswerken in 2001 werd in september 2002 begonnen met de eigenlijke restauratie van het opperhof. De uitvoering van het landschapsontwerp werd opgestart begin 2003. De restauratie van de woning werd beëindigd begin 2004. De restauratie van de schuur en stallingen in hetzelfde jaar voltooit het project.

Archeologie

De archeologische opgravingen brachten enkele bijzondere vondsten aan het licht zoals het authentieke profiel van de slotgracht met restanten van een houten brug, diverse bouwmaterialen, restanten van luxueus aarde- en glaswerk en scherven uit onder meer de pre-Romeinse en Romeinse periode. Een gedreven groep vrijwilligers van de heemkundige kring van Oostkamp realiseerde dit monnikenwerk onder de drijvende leiding van Nikolaj Holthof en Marc Dewilde van het Instituut voor het Archeologisch Patrimonium van de Vlaamse Gemeenschap.

 

Restauratieve interventie

Voor de restauratie van het woonhuis werd gestreefd naar een maximaal behoud van de oorspronkelijke materialen, in het bijzonder van het baksteenmetselwerk, de houten balklagen en de kapconstructies. Hierdoor werd een geslaagd resultaat bekomen op gebied van historiciteit en integratie van een hedendaagse architecturale vormgeving.

Bij het aanvangen van de opdracht die de restauratie van het landgoed tot doel had, bestond het woonhuis van het Blauw Kasteel uit een aaneenschakeling van onsamenhangende gebouwen. Het gebruik van deze gebouwen stond in hoofdzaak in het functie van de exploitatie als landbouwbedrijf.
Na een zorgvuldige overweging en historische toetsing vanuit diverse invalshoeken, werd beslist om deze momentopname uit 1895 als leidraad te nemen voor de te nemen restauratieve opties inzake afstoting en behoud, gevolgd door restauratie.
De woontoren, de traptoren, het annex en het bakhuis zouden onderworpen worden aan een restauratieve ingreep, terwijl alle andere aanleunende gebouwen verwijderd zouden worden. Gesteund door het historisch vooronderzoek, werden de diverse restauratieve opties getoetst aan hun historische verantwoordheid en praktische haalbaarheid.
Het cartografisch en archeologisch vooronderzoek, dat het bestaan van de slotgracht aan het licht bracht, verdedigde eens te meer de keuze van uitzuivering van de site.

Muurschilderingen

Tijdens het vooronderzoek werd een muurschildering a secco in de woontoren ontdekt. Omwille van het uitzonderlijk kunsthistorisch belang werd uiteindelijk beslist om de restanten van de muurschildering en de twee geïncorporeerde hoofden in stucwerk integraal te restaureren. De vroegrenaissancistische rankenschildering en de bas-reliëfs werden harmonieus geïntegreerd in het gerestaureerde interieur.

Restauratie en herbestemming van de schuur

De monumentale schuur van het domein werd onderworpen aan een grondige restauratie, waarbij de authentieke korrel van het gebouw in combinatie gebracht werd met een hedendaagse vormgeving.
De schuur werd herbestemd tot een ontspanningsruimte met zwembad.
De relatie tussen binnen en buiten werd geoptimaliseerd door de toepassing van stalen ramen met ragfijne profileringen.
Zowel concept, detaillering als materialen- en kleurenwaaier werden op harmonieuze wijze samengebracht tot een sober, minimalistisch geheel dat vooral het karakter van de constructie op een tijdloze wijze versterkt en hierdoor haar doelstelling in de kern bereikt.

Tuin- en landschapsarchitectuur

Het concept van de tuin- en landschapsarchitectuur speelt via enkele hedendaagse ingrepen een subtiel spel met de aanwezige historische relicten van het landgoed. De hoogstamboomgaard, het stelsel van haagpatronen, weiden en grachten karakteriseren de specificiteit van de site binnen haar rurale omgeving.

Het onderzoek van het cartografisch materiaal van de site en de onderzoeksresultaten van het archeologisch vooronderzoek werden als belangrijkste uitgangspunten genomen voor het basisconcept van het landschapsontwerp.
De meest in het oog springende gracht was ongetwijfeld de slotgracht aan de voet van de motte. De diverse niveauverschillen en depressies in het landschap kondigden het mogelijks bestaan van een slotgrachtbedding, maar het tracé werd in eerste instantie voornamelijk ontdekt via het cartografisch onderzoek en bevestigd door de archeologische prospecties.
Hoewel het vooronderzoek aantoonde dat de slotgracht rondom het gebouw lag, werd na afweging tussen historische reconstructie en praktische organisatie van het domein slechts een driekwart van de omcirkeling gereconstrueerd. De aanwezigheid van de monumentale schuur, waarvan geopteerd werd om ze te behouden, noopte het ontwerp van reconstructie van de gracht ertoe op een elegante manier een cesuur te maken. Dit gebeurde door middel van twee keermuren die als het ware als twee messen de gereconstrueerde slotgracht dienden af te dammen. De oriëntatie van de twee muren kreeg enerzijds vorm door de inplantingswijze van de schuur (de korte keermuur staat evenwijdig met de topgevel ervan) en anderzijds via een lijn die bepaald werd door de verbindingslijn van de oude eikenhouten brugpalen die tijdens het archeologisch vooronderzoek voor het kasteel gevonden werden. Met een oogwenk naar de oude functie als toegangsbrug (onder welke vorm deze ook mag geweest zijn), werd de keermuur gebruikt als draagstructuur voor een hedendaagse passerelle in metaal en hout die, zwevend over de slotgracht, de hoofdingang naar het gebouw accentueert.
Buiten de ringvomige slotgracht bevonden er zich nog een tweetal grachtenstelsels, die deels via cartografisch onderzoek en deels via prospectie in situ gelocaliseerd konden worden en uiteindelijk gereconstrueerd werden en geaccentueerd dmv. hagenpatronen en plantmassieven.

Hoogstam fruitboomgaard en hagenpatronen

Geïnspireerd door in de jaren ‘60 verdwenen hoogstam fruitboomgaard werd beslist voor een reconstructie ervan, volgens een assenstelsel in relatie tot het kasteel. In nauwe samenwerking met Bart Dequidt uit Kemmel (boomkwekerij De Linde) werd een assortiment van 53 fruitbomen samengesteld dat bestaat uit 29 verschillende soorten waarvan het overgrote gedeelte als traditioneel streekeigen voor het Houtland kan beschouwd worden.
Het beeld op het gebouw wordt gefilterd door de boomgaard op voorplan, die op haar beurt omzoomd werd door een monumentale kanthaag. Ze creëert een microklimaat voor de fruitboomgaard en werd samengesteld uit een selectie van streekeigen loofgroen.
Naast de eerder grillige architectuur en het seizoensgebonden karakter van de bladverliezende kanthaag, werd een stelsel van hulsthagen voorzien, die door hun wintergroen karakter zowel tijdens de zomer als de winter een constante ruggengraat bewaren in de landschapsarchitectuur, wat de leesbaarheid optimaliseert.

Kiezelplein en buxusbollen

Voor de woning werd een voorplein gecreëerd dat zich als een tapijt in grijs-beige kiezel uitrolt voor de sokkel van het gebouw en een visuele binding creëert tussen de schuur, de woning en de keermuur van de slotgracht. Aan de voet van het kasteel zorgen de bollen Buxus voor een speels en immer groen accent tussen de beige tonaliteit van de kiezel en de geel tot zalmkleurig palet van de laat middeleeuwse bakstenen waarin het oudste gedeelte van het woonhuis werd opgetrokken.

Landschappelijke inkleding versus vertuining

Het landschapsontwerp vertrekt vanuit het idee zoveel mogelijk de overgang tot het ruimere landschap te minimaliseren, zowel naar vorm als naar plantenkeuze.
De graad van vertuining evolueert echter naar een climax naar het woonhuis en de schuur toe. Via een grillige aanplanting van een rijk pallet aan oeverbeplantingen rondom de slotgracht, evolueert de vegetatie naar een fijn geknipte grasmat op de motte die getooid werd met een collectie bollen Buxus sempervirens die op speelse wijze ahw. van de voet van het gebouw naar beneden rollen en er het fijngevoelige van de gevelarchitectuur van het Blauw Kasteel naar geest vertalen in groen.
De uitvoering van het groenontwerp ging gepaard met de aanplanting van een hele reeks grote streekeigen loofbomen.

Accent-interventie

De ingangsbeplanting van het domein en de ontmoeting van de tuin met de schuur werden enkele jaren na de realisatie van het tuinconcept verfijnd. Deze interventie is van de hand van tuinarchitecte Nele Van Craeyveldt. Vooral de verdichting van de ruimte en de invoeging van een al dan niet bebloemd groen decor zijn de grote kwaliteiten van deze ‘mise à point’.

 

Nazorg

Het bestendig beheer en zorg voor het goed na de restauratie en de landschappelijke inrichting getuigt van een uitzonderlijk respect voor het domein en haar belangrijke historische waarde aan de rand van het prachtige Beverhoutsveld.

 

Monumentenprijs

Op 19 september 2004 werd het project in het kader van de Vlaamse Monumentenprijs bekroond als laureaat voor de Provincie West-Vlaanderen.